Ik slaap de laatste dagen slecht. Schrijven helpt, eigenlijk is schrijven het meest therapeutische instrument van de mens. Het behoeft geen toelichting dat 2022 een bijzonder lastig jaar voor me was. Mijn hele familie stierf, op mijn moeder na, hoewel je het kunt hebben over in hoeverre de limbo van de dementie nog menswaardig leven is. Gisteren heb ik het mijn moeder verteld, dat haar man is overleden. Ze begreep het heel goed, en voelde grote spijt dat ze er niet bij had kunnen zijn. Ik wil hier weg zei ze. De dementiespecialist die erbij zat dacht dat ze de ruimte bedoelde, maar ik denk dan eerder aan dit leven. Maar euthanasie is in deze dystopie voor mensen die zogenaamd wilsonbekwaam zijn geen optie.
Ik vind dat schandalig.
Aan mijn nomadische bestaan komt voorlopig een einde. Dat is een dure term voor dakloos, hoewel er een zeker verschil is: trekken van AIRBNB naar AIRBNB kun je enkel doen zolang je geld hebt, dus de formule was nomadisch rondtrekken tot het geld op is en dan weer bij je vader gaan zitten. Een heel moderne manier van leven – er zijn veel digitale nomaden, zo heten ze, en ik was zelfs een van de eersten ooit die zo gingen leven. Inmiddels heb ik op ontelbare plekken gewoond. Maar ik ben ook 17 keer echt verhuisd in mijn leven. Zeventien keer.
De nieuwe bundel wordt heel goed. Ik ga de bundel integreren in de begrafenis van mijn vader, en andersom, de begrafenis in de bundel.
Ik kan eindelijk een boekenkast gaan scheppen. Die heb ik nooit een kunnen hebben. Ik sleepte mijn boeken in dozen van huis naar huis mee. Daar gingen ook ontzettend veel boeken bij verloren. Ik had een enorme collectie occulte literatuur als tiener aangelegd, en ook science fiction. Heb ik allemaal weggegeven toen ik naar Buyukada ging verhuizen.
Van al dat nomadisch leven ga je ook anders schrijven. Je tijdsbeleving wordt heel anders. Een jaar duurt bijna oneindig lang, lang als een kinderjaar ooit duurde, of misschien zelfs langer. Wat mensen niet begrijpen is dat het nuchter van nu niet het nuchter is van duizend jaar geleden. Ik ben bijna altijd nuchter, want dat was deel van mijn microdose plan: op termijn alles uitfaseren ten gunste van de edelgassen. Die boeken ga ik me na deze bundel weer op focussen.
Zoals gezegd: mijn bundel wordt in digitale vorm gratis te verkrijgen. Want in het donker moeten lezen omdat je je geen boeken kunt veroorloven dankzij de kwaadaardige energie-heist: ik wil een steentje bijdragen om zulk leed te verlichten. Gedichten om te lezen in het donker – ik ben op de helft in de huidige revisie – de eerste twee hoofdstukken beslaan al 50 pagina’s en ik bedacht me dat zo’n slimme normalo gewoon deze twee hoofdstukken zou uitbrengen als bundel – dan zou ik mijn volgende bundel ook alweer klaar hebben en scoor je nog op de karigmeter ook. Maar dat kan een krijger niet – de eed en de inzet is dat elke bundel beter moet zijn dan de vorige. Dat was altijd mijn richtlijn, en dan neem je de lezer ook serieus, waar voor je geld, elk gedicht in een bundel moet minstens goed zijn.
Ik merk in de praktijk dat veel mensen die bij de Kaneelfabriek aankloppen menen dat wij op dezelfde wijze werken als de oude ‘reguliere’ uitgeverijen, waar je als je eenmaal een grens over was uit gewoonterecht steeds maar bundeltjes kunt uitbrengen zonder dat daarvoor opgaat dat ze beter moeten zijn dan de vorige bundel. Helaas, pindakaas! Als dat je insteek is, hup, terug naar het Slaperige Kartel van de Kantjeslopers. Bij de Kaneelfabriek moet elke bundel weer beter zijn dan de vorige. Dat betekent dat de lat bij elke publicatie weer een stukje hoger komt liggen. Gewoonterecht kennen we niet, en dat hebben we gemeen met de echte literatuur. Want alleen je stinkende best doen gaat literatuur opleveren, en dat ze het elders anders doen – elk jaar weer een verplicht bundeltje waar je met moeite één of twee goede gedichten in kunt ontwaren – een satanische, omgekeerde piramide van luiheid en sleut.