Een van de vreemdste dingen op deze wereld vind ik mensen die dood willen en dat constant laten weten maar die niet iets willen proberen wat ze misschien een heel ander perspectief op de werkelijkheid geeft. Zulke mensen ken ik genoeg, Menno Wigman was er ook eentje van – sigaretten en alcohol bij de vleet, maar kwamen andere middelen ter sprake dan trad ogenblikkelijk de angst in dat dat ‘de medicatie zou verstoren’. Zijn vriend Rogi Wieg was hetzelfde laken een pak: slikte een hele tas vol pillen per dag, maar een keertje een Ayahuasca of een andere leraar uit de natuur, ho maar.
In de natuur bestaat ‘depressie’ niet, behalve als je een dier opsluit in een kooi. En als je zo’n dier vervolgens wijs gaat maken dat het zich niet goed voelt omdat het een ziek brein heeft in plaats van dat het aan die kooi ligt – dan ben je kwaadaardig bezig.
Bestaan er dan geen hersenziektes? Oh zeker wel. Maar ik zou die toch vooral in een andere hoek zoeken. Wat ik gisteren vertelde over hoe mijn moeder met een stok werd geslagen vanwege ‘linkshandigheid’ – die mensen hebben nooit vastgezeten en zijn overal mee weggekomen. Waarom?
Ik moest daar aan denken toen ik deze week las over Mai Spijkers en zijn sadistische angstcultuurtje. Menno Wigman liet mij regelmatig weten juist een hoge pet op te hebben van Mai Spijkers, hij meende zelfs dat Mai Spijkers mij erg zou mogen als ik hem zou ontmoeten. Maar dat had allemaal van doen met dat hij het idee had dat hij ‘ontdekt’ was door Mai Spijkers en meende zijn leven als dichter aan deze persoon te danken te hebben.
Menno meende dus dat hij een bondgenoot had aan Mai Spijkers. Maar kijk wat er gebeurde na zijn dood: ondanks deze invloedrijke ‘bondgenoot’ kwam er niet eens een item in De Wereld Draait Door over zijn dood, het kreeg enkel eventjes tussen neus en lippen door vermelding. Mooie bondgenoot is dat. En dat bedoel ik dus met leren het universum in energetische vorm waar te nemen. Zou Menno dat gedaan hebben dan had hij beter gezien waarmee hij zich had ingelaten.
In de wereld van de Sage hebben woorden een enorme manifestatiekracht. En dus begin je taal op een magische, affirmatieve manier te gebruiken. Kijk eens wat een enorm verschil er is tussen:
‘Ik ben vandaag depressief’
en
‘Ik heb vandaag een lage energie’
Zie je het verschil? Het ene schept depressie. Kom daar nog maar eens vanaf. Maar het tweede, okay, je hebt lage energie. Maar dat valt op te lossen. Hup, aan de slag om hoge energie te verzamelen en op te slaan.
Op deze wijze gaat een Sage aan de slag om haar of zijn ‘objectieve universum’ om te toveren tot een ‘energetisch universum’. En dan leer je hoe dingen eruit zien in hun energetische vorm, en word je niet zo snel meer voor de gek gehouden over hun ware natuur.
Voorlopig leven we nog in een gecontroleerde dystopie. Een samenleving waarin juist de sadisten en de racisten als zieken worden behandeld ligt helaas nog niet direct aan de horizon. Maar jij kunt meedoen een verschil te gaan maken door de switch te gaan maken van ‘objectief’ naar ‘energetisch’. En dat betekent dat je een aanvang maakt met het besef dat taal letterlijk magische kracht heeft. Dat een dier in een kooi dat 30 jaar aan zichzelf herhaalt dat het niet blij is omdat zijn hersenen zo ziek zijn de realiteitswaarde van die ziekte vooral aan de affirmatie te danken heeft.
En ja, ook in de natuur bestaat de steekvlieg, die leeft om anderen uit te zuigen. Maar in de natuur gaan we daar iets makkelijker mee om. Ik wens jullie veel fijne, hoge energie toe. En zit je vast in zo’n verkrampte angstcultuur met een kleine tiran aan het hoofd? Voor een krijger is dat een droomkans. Wat had ik toch een geluk dat ik in deze tijden werd geboren. En zodra je van dat besef doordrongen bent opent zich een wereld van energie.
Sage Martinus