Cees Hamelink is hoogleraar mensenrechten aan de Universiteit van Amsterdam. Hij roept op tot speciale tribunalen om de aanstichters van de huidige ‘corona-aanpak’ te berechten en daar zoekt hij de juiste mensen voor.
Nee, mijnheer Hamelink, aan een in vliegenzwam gespecialiseerde poète maudit heeft u waarschijnlijk niets. Toch heb ik u mijn Piranha-boek gestuurd, heeft u dat ontvangen? U kunt erin mijn filosofische speculaties lezen over de aard van het beest waarmee we van doen hebben. Ik trek daar, inderdaad, andere dimensies met de haren bij, wat voor een filosoof in deze zogenaamd ‘nuchtere’ tijden onconventioneel moet heten – maar ik heb daar wel een goede wetenschappelijke basis voor – mijn kernfilosofie is dat de mensenlijke hersenen van oorsprong een soort machtige quantumcomputer zijn, maar dat deze machtige computer door bepaalde machten doelbewust wordt gekortwiekt
tot een fractie van de daadwerkelijke capaciteit.
Die stelling klinkt minder wetenschappelijk dan hij daadwerkelijk is. Onderzoekers ontdekten namelijk dat zich in de menselijke hersenen tot wel 11 extra dimensies bevinden, lees hier maar.
Gister besprak ik het feit dat de meeste ‘psychiatrische problemen’ bij jonge mensen op hun 13e en 14e levensjaar ontstaan. Ons schoolsysteem is er debet aan – men dacht de stress van het ontstaan van een puberlijf leuk te kunnen combineren met een totaal nieuwe omgeving, totaal nieuwe netwerken, etc etc met andere woorden: men gooit op een toch al erg stressvolle periode nog een tiental factoren die de boel flink erger maken, en daarna staat men gemoedelijk klaar met wat etiketjes als ‘schizofrenie’ wanneer het arme, stressvolle kind behoefte heeft aan een identiteit in al deze chaos, een identiteit waar ze zelfs als ze de medicatie ongeschonden weten doorkomen waarschijnlijk nooit meer los van raken.
Zo hebben wij de dingen nu eenmaal geregeld, nietwaar? Die psychiatrische genocide, zoals ik hem noem, is behalve verantwoordelijk voor miljoenen doden door het verstrekken van levensgevaarlijke opiaten en het drogeren van kinderen met een chemisch afgeleide van speed – de mensen die achter *dit soort* woekerwinsten schuilgaan zijn min of meer dezelfde lieden die nu weer aan hele andere pijntjes grote stromen geld weten verdienen.
Volgens Nietzsche is verveling de grote motor achter alle onderwijs en was dat een doelbewust iets: het onderwijs moet je leren vervelen, moet je leren orde met verveling te verdragen. Ik heug me de allesverwoestende verveling die ik op de middelbare school aan den lijve ondervond, in een tijdperk dat het onderwijs zogenaamd nog op orde was. Zo reusachtig was deze verveling dat ik op mijn 15e al begon met blowen, want de boel was simpelweg ondragelijk.
Nee, ik ben er zelf nooit ingetrapt, in die hele psychiatrische dimensie. Wel werd mijn leven door deze zogenaamde ‘softdrug’ behoorlijk overhoop gehaald. De cannabis in de lage landen is zo sterk gekweekt dat het een krachtig disassiotief wist worden, ik denk eerlijk gezegd op misschien Salvia na het krachtigste op de markt. De ‘schizofrenie’ die dat middel zogenaamd op kan wekken zit juist helemaal in de werking van het middel zelf, dat je een andere bubbel in gijzelt die afscheiden is van deze werkelijkheid. Die gespletenheid heb ik in mijn tienertijd wat al te intens aan den lijve ondervonden, maar hoewel een conrector me richting psychiater wenste duwen omdat mijn personage hem wat te onconventioneel voorkwam hebben mijn ouders gelukkig nooit naar zijn advies geluisterd.
God weet waar ze mijn hersenen mee zouden hebben ‘behandeld’ om ervoor te zorgen dat ik wat pijnlozer in een kutsysteem zou kunnen meedraaien. Of misschien was het juist helemaal ‘goed’ met me gekomen, was ik nu een van die keurige hoogleraren waar u zo naarstig naar zoekt. Ik weet eerlijk gezegd niet of dat me gelukkiger zou hebben gemaakt. U lijkt me een fijne collega, maar sommige van uw klasse zouden me denk ik heel snel hebben laten teruggrijpen
naar de meest zware vormen van hasjiesj.
Mijn ‘entertainment’ op het gymnasium was te pogen zonder ook maar een seconde werk te verrichten toch steeds met de hakken over de sloot over te gaan. Dat lukte me zonder al teveel geestelijke inspanning, tot mijn wiskundeleraar Jacques Jansen me kwam melden dat de lerarenvergadering had besloten mijn cijfer voor gymnastiek met een punt te verlagen zodat ik niet over zou gaan maar zou blijven zitten, wat schijnbaar subsidietechnisch gunstig was voor de school.
Ik was dus het slachtoffer van mijn eigen spel geworden, dankzij een lerarenorde die het niet erg vond even vals te spelen.
Die orde maakt me nog altijd het leven zuur. Maar ik ben niet zo dom dat ik daarom ze allemaal over dezelfde kam zou gaan scheren. In het geval van de literatuur gebruikt men echter een soort good cop bad cop routine…de good cop prijst je aan, de bad cop sluist alle prijsjes naar de christelijke geloofsgenootjes zodat het ‘juiste verhaal’ wel blijft prevaleren. En dat is, u raadt het al, uiteraard allerminst een serieuze aangelegenheid.