Als ik een muzieksmaak met autoriteit wil vraag ik David Bowie naar welke platen ik zou moeten luisteren. Ik vraag niet Frans Bauer, en al helemaal niet 2000 leraren muziek. Het juiste antwoord met betrekking tot de canon is dan ook zoals ik het gister beschreef: beide opties die Marc van Oostendorp hier opvoert zijn foutief. De echte canon is de canon die Nietzsche omschreef als de geestelijke bergketen.
Ga je wel 2000 leraren vragen dan krijg je een doorsnee lijstje dat verdomd veel op de top 40 lijkt. De goede leraar is een zeldzaam fenomeen: voor elke goede leraar heb je er 100 die er de kantjes vanaf lopen. Luie antwoorden met veilige bekende boeken, met andere woorden de methode hier leidt tot een tergend saaie canon die geen enkele jongere zal weten begeesteren.
Vanmorgen werd ik wakker met een liedje in mijn hoofd. Ik heb het meteen maar opgeschreven in briefvorm:
Piet,
Je staat niet in de canon. Je hebt zo je best gedaan, maar helaas, niet in de canon. Je mag best weten dat ik voor je geduimd heb. Naam familienaam, voornaam achternaam. Wat triest zo’n oude directeurknol eenzaam verpieterend in een duistere plaggenhut aan de zelfkant van de letteren. Je hele leven heb je je ingespannen om alles volgens het boekje te doen. Goed, die SS’er, met de kennis van nu. Had je dat moeten weten? Niemand wist het. En goed, hoe je je in de Gids hebt verschanst alsof…met een paar van die…allemaal ook niet in de canon.
Piet, ze willen je niet kennen in de canon. Ik heb zo voor je geduimd, maar ze ruimen alle schrijvers, Piet. Stank voor dank. Feilloos aangestuurd. De meest bildungsrijke leraar geweest en gewist uit het boekje. En nu? Het verdomhoekje. Terwijl je maar 3 stemmen nodig had om de top 100 te halen, DRIE stemmen, Piet, maar zelfs dat hadden ze niet voor je over. De honden lusten er geen brood van. Ik ben in shock, zoveel is zeker. Maar dit is nou waar ik je al heel lang voor probeerde waarschuwen, en je dacht dat ik het over mezelf had, welnee.
Wat nu? Ze ruimen alle dichters, Piet. Onverkoopbaar. Een genocide buiten alle proporties. Voel je dan geen boosheid? Blijf van de drank, daar wil ik je voor waarschuwen. Ik weet wat je bedoelde toen je schreef ‘nuchtere analyse leverde weinig op’. Ik ken de taal van de alcoholist. Schroei de boosheid niet weg maar laat je stem horen, krachtig als nooit tevoren. Ook nu het niet gelukt is hun canon te halen. Dat wou ik je maar even zeggen, als voormalig protegé.
Met vriendelijke groet,
Martinus Benders
Dienstbaarheid. Een canon vol dienstbare mannetjes. Ook een insteek die je kunt hebben, bijvoorbeeld om de literatuur eindelijk eens nuttig te maken. Maar nee, dat bedoelden de oudjes ook niet, laten we in vredesnaam dan maar Nietzsche’s idee als basis nemen: een bergketen van grote geesten.
Gister schreef ik dat de literatuur een concurrent is van het onderwijs, en dat je om die reden nooit of te nimmer het onderwijs de teugels over de literatuur dient te verstrekken.
Ik vrees dat bovenstaande bij het gros der mensen tegenwoordig enkel een meewarige blik gaat veroorzaken. Met hetzelfde dilemma zit ik wat betreft mijn dichtbundels: ik voeg liever geen uitleg en aantekeningen toe, maar doe je dat niet krijg je constant om de oren dat je onzinpoëzie zou schrijven omdat de eruditie van de lezer uitblinkt door afwezigheid.
Het onderwijs en de literatuur concurrenten? Huh? Nou, laat ik het even uitleggen. Wie geboren wordt als arme sukkelaar in Kamtsjatka* wiens familie niet in staat is onderwijs te betalen heeft één route die hij af kan leggen om te laten zien dat hij bovengemiddeld intelligent is: een boek schrijven. Of wie bovengemiddeld begaafd is en dus hoogstwaarschijnlijk een dropout wordt in ons systeem omdat de lage lat die er gehanteerd wordt enkel een kwelling is – geen diploma, dus idem dito.
Ga je vervolgens de hogepriesters van die schoolorde ook nog eens de scepter over de literatuur laten zwaaien dan krijg je dezelfde middelmatige norm die over beide gebieden heer en meester speelt. In Nederland is precies dit het geval: door de jaartjes heen verdwenen alle dichters en schrijvers uit de juries, en werden deze opgevuld door academici en politici en bovendien nog dichtgetimmerd met geheimhoudingscontracten ook. Gevolg: armoede, hoogbegaafdheid, uitzonderingen: ze verdwijnen als sneeuw voor de zon, en alles wordt overgoten met hetzelfde lauwe papje van het gemakzuchtige ideaal (‘het heeft het juiste vinkje’) en andersoortige middelmatigheid.
Dat is wat ik zie als ik deze canon bekijk. Ik hoor er ook altijd weer dit mooie liedje bij:
Er is naar mijn idee een reden dat het enige ideaal waar schrijvers en dichters afgelopen 50 jaar op te betrappen waren de Grote Kindervriendschap mocht zijn. Yodelei, Yohooo.
- Het is toch niet zo moeilijk te begrijpen: de plaatselijke ‘hoogleraar’ in Kamtsjatka die de dominante cultuur vertegenwoordigt zal met 99% zekerheid tot het slechte, luie lerarentype behoren. En de plaatselijke ongeletterde indiaan zal op wat spelfouten worden afgeserveerd als een barbaar. Gedichten om te Lezen in het Donker bevat wat gedichten over schrijnende gevallen waarin grote dichters als Attila József zulke (stelselmatige) onderdrukking met de dood moesten bekopen. Scheiding van Onderwijs en Literatuur, zo snel als het maar kan! Begin met het afschaffen van die tergend belachelijke geheimhouding bij het jureren van literatuur.