Populariteit. Dat kun je meten door te turven hoe vaak een boek genoemd wordt in een enquête. En die stuur je dan naar zoveel mogelijk leraren, en simsalabim, daar heb je je literaire top 100 vol met de boeken die het meest bekend zijn bij (voornamelijk) leraren.
De ‘nieuwe canon’ volgens het RIVM de KANTL
Zou zo’n opdringerig commercieel Top 40 geluid echt zijn wat de oudsten bedoelden met een literaire canon? Natuurlijk niet. Als je een canon van de westerse muziek gaat maken zet je die ook niet vol Frans Bauer en Kabouter Plop, omdat dat de liedjes zijn die mensen kennen.
Bovenstaande lijkt me geen raketwetenschap. Toch zijn de menselijke hersenen tegenwoordig al zo dichtgeslibd met microplastic en zitten er zoveel bedwelmende medicijnen in het drinkwater dat
dit precies is waar ‘mijn generatie’ mee op de proppen weet komen. Egalisme en nihilisme, het zou mooi zijn die voortaan te combineren tot een enkel woord: negaal.
De Negale Lerarencanon, dus. Is die dan niet beter dan die oude, geleerde witte hooglerarencanon? Nee, helaas. En dat zeg ik niet omdat ik nou zo’n fan ben van dat clubje oude witte hoogleraren. Sterker nog, ik vind dat het onderwijs überhaupt geen rol zou dienen spelen in de aansturing van literatuur, omdat de literatuur per definitie een concurrent van het onderwijs is.
Maar het idee dat je populariteit met kwaliteit dient verwarren, of dat je niet eens meer een poging doet kwaliteit in kaart te brengen omdat je allang blij bent dat de gehersenspoelden überhaupt nog kunnen lezen – tja. Tja! Wat moet je daar nog van zeggen? Hou alsjeblieft op te doen alsof je met canonvorming bezig bent.
Martinus Benders – 05-10-2022