De Heilige Marijn

Ik wil Marieke Rijneveld best als een hij aanspreken, maar het zou dan minstens helpen als het Maarten of desnoods Marijn Rijneveld zou worden. Een lul hoef ik verder niet te zien, ik ben net als de generatie waar zij deel van uitmaakt al snel tevreden. Vroeger moest je je laten ombouwen, wat een ellende, zeker al voor vrouwen die een man wilden worden – probeer als plastisch chirurg maar eens een werkende lul te fabriceren, het is een nachtmerrie. Bij een kut kun je nog een gaatje maken en er wat provisorische schaamlippen rond fabriceren maar hoe maak je zo’n steigerende paddenstoel? Dus nee, wat een gedoe, terwijl je ook gewoon de aanspreekvorm kunt wijzigen. Maar gemakzucht is 1 ding, gemakzucht wentelen we ons allemaal in als betuttelde varkentjes, maar de ‘hij’ vorm gebruiken bij de naam Marieke, nee, ik eis op hoge poten tenminste de lullige naam Marijn.

De Heilige Marijn, als het het niet anders kan, want sinds Pukkelkop & Co bezig zijn de Britse markt te veroveren hoorde daar ook een prijs bij, en Marijn heeft goed naar Reve gekeken en kan best aardig schrijven. Dat hij echter als een soort gedrogeerde heilige wordt neergezet in de media – een soort wandelende reclame voor Big Pharma – dan ben je toch min of meer met een soort zieligheidsfactor verknoopt, en dat is jammer want dat zou je als schrijver niet nodig moeten hebben, net zoals een schrijver niet per definitie een lul van node heeft.

Marijn belde me een keer op toen ik een noodkreet plaatste op facebook. Hij kent me dus wel degelijk, al is hij te beroemd inmiddels om dat toe te mogen geven. Een heel aardig gesprek was het, met een staartje wel, Marijn had een fantasie dat hij door mij zou worden vermoord en begraven en die fantasie ging ik niet in mee, tot teleurstelling aan de andere zijde. Ik had wel beter te doen dan zulke fantasietjes destijds, en bovendien zie ik niet echt hoe je met zulke opbeurende fantasietjes een depressief persoon zou helpen.

Mijn boodschap was nooit dat Marijn niet kan schrijven. Dat kan hij heel aardig, alleen het dichtwerk is onder de maat en de heiligenrol is belachelijk en lijkt wel een soort verkapt schuldgevoel. Als je de jeugd middels farmaceutische drugs helemaal verknipt en verneukt is zo’n symbolische heldenrol misschien de aflaat waar je het van moet hebben als pukkeljunta. Mij best hoor, maar ik denk dat de jeugd betere voorbeelden kan gebruiken dan Marijn die zwaar gedrogeerd zit glimlachen op de buis.

Nee, mijn held is hij niet en zal hij denk ik nooit worden. Maar dat gaat ook op voor Reve, en voor Hermans, en voor Gorter, dus de hele reeks heiligen is aan mij gewoon niet besteed. Maar hoewel dat misschien onbereikbaar is is de naamswijziging naar ‘Marijn’ dan misschien mijn kleine bijdrage aan het onderschoffelen van dit uiterst tere jongenszieltje.

Martijn Benders has published twenty-six books, eighteen of which are in Dutch. He has been named one of the greatest talents of his time by critics like Komrij and Gerbrandy. He has also written three philosophical works, one of which is in English about the Amanita Muscaria, the Fly Agaric. Publishing on the international stage of The Philosophical Salon, he has also gained international recognition as one of the most remarkable thinkers from the Netherlands.