Dingen die niet veranderen. Dat zijn bijvoorbeeld internet trollen die net doen alsof je niet bestaat en je niets gezegd heb. Dingen die niet veranderen. ‘Het was maar een enquête’ zo horen we de trol blazen, het is helemaal niet de canon zelf! Moet ik toch weer de KANTL zelf citeren.

Dingen die niet veranderen. Daar bedoelen ze mee in die canon. En dus is deze enquête canonvormend bedoeld, en dus stel je dat wat smaakjes van grote invloed zijn op die canon. En dus kun je NIET beweren dat er weliswaar wat smaakjes zijn gemeten, maar dat dit niets met canonvorming te maken heeft terwijl je dit wel her en der DE CANON noemde.
Hou toch op zeg, wat een flauwe trol. Het is juist volslagen duidelijk dat deze ambtenaartjes botergeil worden van hun enorme invloed op DE CANON. Dat het DE CANON helemaal niet is, en dat alleen een psychopaat meent verstand van literatuur te hebben na het behalen van een 8 voor het vak Nederlands – ook daar weer hetzelfde getrol – wie kan ons van deze entiteiten verlossen?
Daar zijn ze dan, De Grote Namen! De Grote Poëzieprijs! Alle kabouters verzamelen. Mijn god, gelukkig ga ik weer op reis en tiep ik dit soort stukjes niet met het idee dat ze verschil zullen gaan maken.
En heel af en toe vind je tussen al de populaire wetenschap toch een stukje dat wel op een degelijke manier is geschreven, waarin de auteur in een schrijfstijl superieur aan de mijne tal van zaken aan het licht brengt die het bespottelijke narratief blootleggen achter de hele constructie. Ik heb het dan natuurlijk over Marc Kregting, die wel in staat is een gedegen stuk te fabriceren maar daarop nooit enige reactie krijgt, of tenminste, zo lijkt het, want de reactie velden op neerlandistiek worden zwaar gemodereerd.
Daar viel te snappen dat allerlei grote dichters uit ons taalgebied nooit zijn vertaald, terwijl een hele hoop kleine garnalen die eer wel te beurt blijkt gevallen. Met steun van de gemeenschap, die allicht het niet opmerkt maar waarvan een mondige fractie wel geregeld tettert tegen ‘onder elkaar verdeelde cultuursubsidies’ en hier gevoelig bewijsmateriaal zou vinden.
De honden blaffen, de karavaan trekt verder. Dat Kregting betere stukjes schrijft dan ik ligt er denk voornamelijk aan dat hij veel meer tijd in zijn stukjes steekt. En hij heeft veel meer tijd omdat hij niet van het schrijverschap hoeft te leven. Wat ik probeer te doen is eigenlijk zo goed als onmogelijk: het letterenfonds vindt een dichtbundel half modaal waard, en dat in een tijd met een inflatie van 20%.
Geïnstitutionaliseerde armoede, dus, en dan verwacht Kregting ook nog dat je aan de lopende band corrupte collega’s die over je portemonnee beslissen moet ontmaskeren. En ja, zelfs dat heb ik gedaan. En vraag niet hoeveel energie dat gekost heeft. At your service, Marc!