Wat vooraf ging: Marc van Oostendorp zat op Kerstavond geestdriftig een recensie van Ginneninne te tiepen, niet bevroedende dat Martinus Benders met ‘kerstbundel’ iets heel anders bedoelde dan ‘bundel die met Kerstmis uitkomt’. Toen Benders zich manifesteerde met zijn magische stok en verklaarde dat de magische poort met Kerstmis juist werd gesloten en dat hij de recensie dus niet zou gaan lezen had van Oostendorp nog steeds de magische zegel in het vakje laten zitten, ja dat ging hij later ooit doen, nee dat kan toch niet de betekenis van kerstbundel…
Vijf maanden lang las ik de recensie niet, een demonstratie van wat de Tolteken NOT DOING noemen. Voor een schrijver is het niet lezen van recensies een van de meest krachtige vormen van NOT DOING. Na vijf maanden besloot ik dat de intentie geslaagd was en las ik de recensie wel, waarin de retorische vraag prevaleerde ‘waarom lezen anderen deze geweldige gedichten niet’? Toen ik van Oostendorp op de stoelendans in het kamertje naast hem wees deed hij echter alsof hij het niet begreep. Het zijn je collega’s, Marc, die zitten steeds zichzelf tot alle juries te benoemen.
Zo zat Joosten in 2008, 2009, 2010, 2011, en 2012 op alle jurystoeltjes bij de Jan Campertstichting, Wat bedoelt deze psyborg dus precies als hij het stuk opent met ‘toen ik in 2012 een mailtje van Martijn Benders kreeg had ik geen idee wie dat was’?
Waarom liegt deze man zo opzichtelijk? Mijn bundel Karavanserai was genomineerd voor de Buddinghprijs in 2009 en zelfs Joosten zou niet zo lui zijn om als jurylid van de Jan Campertprijs die Buddinghbundels vervolgens niet te lezen. Of wel? Het is dus een bekentenis dat hij zijn werk niet naar behoren doet. (1)
Dit even bezijdens het punt dat wie een internet aansluiting had tussen 2000 en 2010 onmogelijk niet van Benders kan hebben gehoord, zeker niet in dat kleine landje aan de Noordzee en al helemaal niet als je een interesse hebt in literatuur. Loewak, de Contrabas…
Nee, wie een stuk opent met zo’n vreselijk doorzichtige leugen en vervolgens in regel twee het doet voorkomen dat je het ontvangen van een kort, ludiek mailtje als hoogleraar ‘stalking’ mag noemen – dan geef je jezelf bloot als een humorloze, eerzuchtige blaaskaak, maar goed wie 6 jaar op rij zichzelf tot de jury benoemt heeft dat allang te kennen gegeven dus ook dit is weer dubbelop.
De filosofische vraag is: weet zo’n psyborg dat hij liegt? Of gelooft hij zelf in zijn eigen samenvatting?
De kwaadaardige geest in het systeem kwam goed naar boven tijdens de toeslagenaffaire. Psyborg Rutte kon het zich allemaal niet herinneren. Was dat een acteerkunstje, of is die man zozeer vervangen door een kunstmatige constellatie die op afstand door de Psyborgcentrale wordt bestuurd dat hij helemaal geen weet meer heeft van de echte wereld? Ik denk dat dat laatste het geval is. Ik denk dat we hier een heel nieuw soort mens zien, de psyborg, die constant samenvattingen fabriceert voor de Psyborgcentrale zonder dat hij zelf de mogelijkheid heeft deze op juistheid te evalueren.
Dat hele ‘evaluatie-circuit’ is in hem namelijk onklaar gemaakt door de centrale.
Vandaar dat deze entiteiten constant gedicteerd moeten krijgen via het ‘nieuws’ wat alles te betekenen heeft. Vroeger was nieuws gewoon een praatje over wat er gaande was, nu krijg je ook precies voorgekauwd wat je daarvan dient te vinden.
En het enge is dat dat dus enkel mogelijk is als het evaluatie-circuit dat in de menselijke hersenen aanwezig is onklaar is gemaakt. Is dat niet het geval, dan ervaar je zulke sturing als een enorme kwelling.
Hoe maakte men dat circuit onklaar? Het antwoord op die vraag weet ik wel, en kun je in de Piranha zelf vinden.
Ondertussen wist ik weer een nieuwe bundel te schrijven, die volgende week in de schappen zal liggen. Is dit weer een kerstbundel? Ja, ik zal de rest van mijn leven enkel nog kerstbundels schrijven. Dat er ooit een ander type bundel bestond neem ik voor kennisgeving aan. Maar wees gerust, niemand hoeft op Kerstavond een recensie te typen over dit werk. Ik heb mijn recensie al gehad namelijk, mijn lief vind het de mooiste bundel die ik schreef. Ik wens u een fijne kerst en een heel zegelend nieuwjaar.
(1) In werkelijkheid is die Aad Meinderts al 30 jaar slechts een doorsluispost voor geld naar zijn broer en is deze familiejunta helemaal niet echt in literatuur geïnteresseerd, vandaar deze voorkeur voor ‘lesprogramma’ Joosten, die op afstand vanuit zijn dikke villa in Nijmegen elk jaar lui de winnaar uit de krantjes pikt. Het idee alleen al dat Joosten elk jaar naar de Koninklijke Bibliotheek zou togen om daar al die bundels te gaan lezen…nee, deze mannen hebben belang bij elkaars luiheid, zo gaat dat in de juiste cirkels. Jij komt hier niet rondneuzen, en dan hoef ik niet elk jaar een nieuwe jury te zoeken, etc.