Terug in Nederland. Fantastic Fungi kijken met mijn vader op zijn grandioze televisie. ‘Ik ben te oud om nog dingen te gaan leren’ zegt hij wanneer het over magische paddenstoelen gaat.
Ik niet, dus vanavond is er een ceremonie in het bos. Zelf ben ik al een maand of twee broodnuchter – over zwartmagische woorden gesproken. Juist brood zou als een harddrug door het leven moeten, zeker als je weet dat men meel bleekt met een middel dat wetenschappers ook gebruiken om vliegensvlug bij muizen en ratten diabetes te veroorzaken. Meer daarover in SHHHHHHHHHHHROOM.
In het oervervelende literaire wereldje, waar geen intellect meer te bekennen is – heeft men het al maandenlang over een groot onrecht, namelijk dat een zootje amateurrecensenten niet meer voor 10 euro per recensie een zinloze bespreking mogen maken omdat de bibliothecarissen te lui zijn om belezenheid en kritiek volgen onder de vleugel te nemen. Mijn commentaar op deze volstrekt krankzinnige normaloverkramping:
Waar komt in hemelsnaam het idee vandaan dat bibliotheken in plaats van luisteren naar de literaire kritiek deze te dienen beconcurreren middels amateurrecensenten? Werkelijk, het is met geen pen te beschrijven hoe stompzinnig deze opzet is. In plaats van dat je zo’n bibliothecaris met de taak opzadelt een collectie aan te leggen met zo hoog mogelijke kwaliteit (en dus de literaire kritiek te volgen) ga je hoogstpersoonlijk een surrogaatkritiek aanleggen om ‘het de bibliothecaris lekker makkelijk te maken.
Commentaar onder’”» Een AI is geen recensie“
Wat doet zo’n bibliothecaris nu eigenlijk de hele dag, want de literaire kritiek volgen is teveel werk, een goede collectie aanleggen is iets van een eeuw geleden, en terwijl een ongehackte toch zou durven denken dat het juist de kerntaak van een bibliotheek is een collectie aan te leggen van onberispelijke kwaliteit weet de moderne bestuurder dat het allemaal helemaal niet om zo’n collectie gaat maar om
A) Werkverschaffing voor zoveel mogelijk mensen die niet elders geplaatst kunnen worden
B) Bieden van een ‘leuke doorsnee’ van boeken gebaseerd op the lowest common denominator
C) Ontlasten van de loodzware taak van de bibliothecaris door alles te automatiseren en centraliseren.
Het laatste kopje viel dit opzetten van een surrogaatkritiek met amateurcritici onder. Maar het kon nog makkelijker voor de bibliothecarissen, zo bleek. En hoe makkelijker, hoe meer tijd ze hebben om nog meer werkverschaffing te verzinnen voor andere doellozen en overtolligen.
De pederasten die vanuit Centrale Aansturing een oogje houden op deze nuttige schaapjes knikkebollen dus goedkeurend bij deze recente ontwikkeling, en de echte schrijver doet dat ook, want die stuurt zijn boeken al lang en breed niet meer naar deze flauwekultheken toe. Want waarom je stinkende best doen om de literaire kritiek te overstijgen als vervolgens Piet Appelscha uit Woepertoetje bepaalt wat de nijvere bibliothecarissen moeten gaan aanschaffen? Nihilisme ten voeten uit.
Maar dat zijn de verborgen Grote Stuursmurfen. In de laag eronder danst kabouter Peppeldepleb al maanden boos op tafel. Zijn Grote Roman ‘De Valkunstenaar’ die dankzij deze plopzet met ploprecensenten toch bij acht bibliotheken zes lezers wist vinden kan voortaan niet meer rekenen op zulke gerechtigheid, en dat zullen de letterknechtjes nog jaren moeten aanhoren.