Hoe de mens door de machine per definitie tot een plagiarist wordt gemaakt.
Stel je hebt iemand in de buurt wonen die ooit veel geld heeft geleend, en die van dat geld vervolgens wapens kocht om allerlei buren mee te gaan koeioneren, duidelijk met als doel dat de geldschieters hun centen minder snel zullen komen opeisen. En hij leent maar door en leent maar door en elke keer weer schaft hij meer wapentuig aan, en gaat hij meer buren lastig vallen. Hij schiet hele tuinen aan puin, maar zelf ‘noemt hij dat geen burenruzie’. Komt de allegorie jullie al ietwat bekend voor? We hebben het natuurlijk over buurman Amerika.
Nu wil het feit dat wij in een huishouden wonen welke ‘steeds met Buurman Amerika meedoet’, en tegelijk steeds SORRY SORRY SORRY zegt over kolonialisme-vormen van driehonderd jaar geleden (maar ook slechts na veel morele dwang, trouwens..) – enfin, wij zijn het hulpje van deze tirannieke buurman, en we zien hoe de schuldenberg van deze buurman tot oncontroleerbare proporties stijgt en we zien dat buurman Amerika daarop maar één antwoord kan verzinnen: nog meer oorlog.
Gister las ik dat 50.000 ukrainers wachten op een prothese, vanwege een missend arm of een missend been door deze onzinnige oorlog. Vijf-tig-dui-zend.
Ook las ik Andrej Platonov’s lange verhaal ‘De verborgen mens’ uit. Ook daarin veel oorlog, en natuurlijk ronduit schitterende regels, het begint al bij de fenomenale openingszin:

Klabam, dat staat. Zulke openingen tref je in de literatuur niet vaak aan. Toch was ook de aandacht voor Platonov hier te lande uiterst minimaal: doorzoek maar eens DNBL naar artikelen over hem geschreven: in zeventig jaar drie schamele artikelen, gewoon beschamend weinig.
Tegelijkertijd keek ik ook de nieuwe Top Gun met opnieuw Tom Cruise. Er was me namelijk iets opgevallen: het ontzag voor de machine als zodanig, wat je bij Platonov bijna voortdurend ziet:

..datzelfde ontzag zie je natuurlijk in de Top Gun reeks ook voor de almachtige machines terug, al is het daar dan niet de trein maar de straaljager.
Een afgrijselijk stuk wapenporno, natuurlijk, mannen en hun heilige machines. In mijn nieuwe dichtbundel, die uiteraard weer nergens aandacht krijgt want ik hoor niet bij de junta van figuren die rond een tank gaat staan kwijlen zonder er de amputaties bij in te beelden, maar dat terzijde – ik heb het erin over de schrijver en de machine, maar dan in de vorm van A.I. – de grote schrijver is bij ons allang en breed uitgebannen, want die rokende machines daar houden de schoolmeesters niet van, ze willen (als godheid op aarde) makertjes zien, die eerst netjes de vinger opsteken – etc, lees mijn opnieuw schitterende bundel en zie waarom Goethe op een tractor naar een andere horizon ploegt. Machines.

Machtige machines, verpieterende, kwijnende natuur. Ook in onze tijd is het niet anders, en daarom kunnen we Platonov gerust als een visionair zien: die overmatige aandacht voor ‘de machine’ was ook in 1930 al prominent aanwezig, en ‘Top Gun’ is een kristallisatie ervan in zijn meest propagandistische vorm.
Is het aanbidden van een machine een autistisch trekje, of is autisme juist een gevolg van het machineren van de mens? Een autist wil een dagelijkse werkelijkheid die zo machine-achtig als het maar kan is: hij eist vaak complete voorspelbaarheid.
Is de transhuman express te stoppen? Het is overduidelijk dat men in ethische discussies geen enkele trek heeft. Buurman Amerika interesseert enkel nog beter aan gort schieten van tuinen, of eeuwig een concentratiekamp bombarderen naar beste Orwell traditie – If you want a picture of the future, imagine a boot stamping on a human face—for ever.
En wij, wij blijven maar de mannen in blauwe pakken kiezen want die zijn zo betrouwbaar. En we vragen ons geen moment af wat dat precies voor gevolgen heeft om een intelligentie te scheppen die vast zit in een doos. Is dat niet per definitie onethisch? Ja, natuurlijk is het dat. Het is het hersenen in een jampot model, en niemand lijkt de werkelijke problemen te vatten die dit met zich mee gaat brengen: behalve dat je bewustzijn in een doos schept, schep je ook iets dat met alle gemak voor elk mens een radiostation kan scheppen met eeuwig nieuwe muziek zonder dat ook maar iemand voor die muziek betaald zal hoeven worden, wat betekent dat het copyright op al die muziek voor de mens voor eeuwig onbereikbaar gaat zijn.
Het is onmogelijk te combineren met de huidige economie. Maar de mensen doen alsof de vraag gaat over ‘of de machine een superieur liedje vergeleken bij de mens’ kan scheppen. Dat is een uitermate achterlijke invalshoek, sorry dat ik het beestje zo even bij de naam noem. A.I. is iets dat in 0.0001 seconde een bibliotheek vol boeken kan schrijven die ronduit niet te onderscheiden zal zijn van de menselijke. Of er dan ook ergens een superieur boek tussen zal zitten – wie zal het nog kunnen beoordelen? Want in mum van tijd heb je een miljoen van zulke bibliotheken, allemaal verhalen die door de mens per definitie een plagiarist gaan maken.
‘Een verdomd mooie machine’ zou Poechow zeggen, met zijn eigen tanden in de vuist.