Concentratie vormt het voornaamste juweel in de schatkist van een mens; zonder deze kracht is het onmogelijk om op betekenisvolle wijze te participeren in de levensdans. Toch schuilt in dit woord zelf al een subtiele waarschuwing, een sluier van twijfel: alles wat met ‘con’ aanvangt, draagt immers de schijn van een illusionistische kunstgreep.
Een ander dergelijk ‘con’-begrip is ‘context’, benevens de term ‘contextraam’, die ik verkies boven het hedendaagse ‘frame’, dat ik ervaar als een angstaanjagend ontklede variant. Frame? Wij spreken toch niet over schilderwerkjes, mijn waarde vriend.
Dwaal eens af naar Threads, bevolkt door twintigers en dertigers, en je zult zien dat zij elkaar steunen als dichters binnen een soort rozige therapiewolk; en door hun toedoen begin je de toilettegelkunstenaars van vervlogen dagen in een nieuw licht te zien. Ook een voortreffelijke toilettegel vervaardigen blijkt een kunst die niet onderschat dient te worden.
Ze behoren reeds tot het rijk der fabelen, vrees ik, een jammerlijke zaak, want gouden tijden zouden hen deelachtig kunnen zijn geweest.

Verschraling der taal, de leesmoeilijkheden, de toenemende zwakte in concentratie: het zijn alle symptomen van de acceleratie in cerebrale atrofie, die ik in mijn filosofische geschriften heb kunnen duiden. Het cruciale punt hier is dat de betrokkenen zelf geen blaam treft: het is aldus volkomen zinloos zich hierover op te winden. Zelfs de filosofische stellingname dat elke generatie slechts een verbleekte afdruk vormt van haar voorganger – de benadering à la Baudrillard – bevestigt slechts het narratief van inkrimping, evenals Nietzsche’s visie op de ‘laatste mens’, die enkel tot consumeren in staat is.
Zie daar, wederom een conwoord gesmeed in de smidse van bedrog.
Hoe kun je als schrijver binnen zo’n roze therapiewolk van getraumatiseerde mensen toch zinnig bezig zijn? Wie mijn boek De Eeuwige Ontgroening las, weet dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten. Als ik over hersenkrimp schrijf, ben ik daar zelf geen uitzondering op: ook ik moet vechten tegen dit fenomeen, en ook ik verscheen al ietwat gemankeerd in de startblokken.
Oefenen, oefenen, oefenen. Discipline. Grappig toch, dat in het woord ‘oefenen’ al een soort weerzin verwerkt zit. En ‘Dies’, God, verschuilt zich in de mogelijkheid je van die weerzin te verlossen. De siplijn van God. Naar een andere roze wolk?
Overigens, ik heb wat rondgeneusd op Substack, maar ook de oudere schrijvers die hier hun tent op hebben getrokken – mijn generatie of ouder – weten me totaal niet te bekoren. Van elke schrijver druipen de doelgroepen en de marketing af. Ze hebben allemaal een niche weten ontdekken die ze bedienen, maar juist dat bedienen van een niche maakt hun werk tergend saai om te lezen, behalve inderdaad als je iemand bent die puur en alleen interesse heeft in een of ander onbenullig onderwerp of themaatje. Goed, laten we de filosofische vraag van de dag stellen:
Gaat dat hele commerciële aspect aan schrijven dankzij AI van de baan?
Ik las gisteren dat er nu al miljoenen banen op de tocht staan dankzij AI, en dat zal alleen maar erger worden, want als je in kapitalisme functioneert ga je niet mensen betalen voor werk wat een robot ook kan doen. En die kunnen zo goed als alles, dus is het hele idee van ‘de werkende mens’ gewoon verleden tijd.
Dat gaat een enorme bak ellende opleveren, want ons ‘systeem’ is daar totaal niet op ingesteld. Gaan al die werkloze ‘bullshit-jobbers’ nu dichter worden? Ik denk het dus wel. Het beste dus nu al zo’n roze therapiewolk scheppen die andere slachtoffers van het kapitalisme aantrekt. Ik kom nu op een interessant punt.
Ik had gisteren het gebrek aan een gesprek met een millennial. Die zei iets in de trant van ‘dat gevoelige mensen tegenwoordig hun gevoelens niet meer mogen uiten’. Ik schreef haar dat het tegendeel waar is: zo’n Knausgård leeft juist van ‘gevoelsexhibitionisme’ en dat is ook precies wat men van een moderne schrijver verwacht: sappige details over je privéleven, geuit in tergende gevoelens. Met andere woorden: ‘overgevoeligheid’ is juist de norm. Therapie is de norm. Deze vrouw probeert dus enkel te voldoen aan de maatschappelijke voorwaarden voor succes, maar dit soort netwerken verkoopt zichzelf niet op een eerlijke manier. Antwoord kreeg ik niet, want dit soort mensen zijn niet tot een antwoord in staat, dus je bent meteen ‘gecancelled’.
Maar het is een waarheid als een koe: wie succes wil hebben tegenwoordig, schept een rozige therapiewolk en begint alle gevoelige zieltjes uit de wijde omgeving die wolk in te zuigen, tegelijkertijd verklarende dat iedereen die nog buiten die wolk weet te leven een welhaast satanisch schepsel moet zijn. Wat is het probleem met die constructie? Dat het helemaal geen ‘echt gevoel’ is dat zelfs nog maar in de verte lijkt op echte empathie. Het is een bloedeloze kloon van ‘gevoel’ dat in werkelijkheid draait om marketing, netwerken en het verdelen van de wereld in goed versus kwaad.
Het is de bubbelempathie – mensen die zonder contextraam, zonder algemene opvoeding en zonder vermogen tot concentratie door het leven glijden en doen wat ze denken dat hen een succesnummer zal maken in deze maatschappij, bon, maar dat alles verkopen ze als ‘het verbeteren van de wereld’. Hoe vaak zie je het daar niet – ze willen ‘echte connecties’ en daar bedoelen ze dan een like mee of een abonnee.
Er is schijnbaar een enorme behoefte aan dichters daar, om die wolk binnen te trekken, die witroze wolk van vergruisde toilettegeltjes, aan stukken geslagen in het donker, het donker dat men nooit deelt.
Martijn Benders, 25-03-2024