Daar is hij weer, de leraar die alles in het gareel weet houden. Dat doet ‘t Hart zijn hele leven al op precies dezelfde wijze: met de suggestie dat de literaire kritiek niet op orde zou zijn. Maar, maar…die literaire kritiek is hij toch zelf? Hij werkt toch bij de blaadjes, hij schrijft de recensies….en natuurlijk, zo’n saaie figuur als Dera kun je op deze wijze in de val lokken, en dat heeft dan tegelijk iets ‘literairs’ maar ook iets dat je doet denken aan het pesten van gehandicapte mensen. Het is ongetwijfeld sierlijker dan pesten, en ongetwijfeld werkt het beter om te suggereren dat de lat bij ‘t Hart op het hoogste punt ligt.
Maar dat is dan tegelijk ook mijn bezwaar.
Waarom komt er een leraar met een valse plakbaard op een niet zo snuggere figuur in de maling nemen, terwijl de structuur die het mogelijk maakte dat we deze figuur als autoriteit voor de kiezen kregen in stand blijft?
Jaja, u begrijpt het al, u heeft hier van doen met zo’n vreselijk type dat daadwerkelijk de structuur van de samenleving wil wijzigen. Zo ben ik helemaal geen fan van het concept ‘scholen’ en heb ik een broertje dood aan vinkjes, cijfertjes en hokjes en voorts bezie ik de literatuur als een alternatieve route voor onderwijs in plaats van iets dat door het onderwijs dient worden aangestuurd.
Dat maakt mij natuurlijk minder geschikt om het soort subtiele (padvinder) spelletjes te spelen waar deze mensen zo dol op zijn. Even laten zien dat je ook subtiel kunt laten zien dat Dera niet zo hoog op de ladder staat. Maar voor de rest de hele boel in stand laten – klagen over het niveau van de kritiek, maar zelf eigenlijk op dat vlak weinig presteren.
Dera is niet de middelmaat. Ik noemde van Oostendorp de middelmaat na zijn roddeltanterecensie van mijn verzameld werk. Daar werd hij kwaad over, maar dat is niet terecht, want middelmaat is in zijn geval een compliment. De echte middelmaat dat zijn mensen als Gorter, Reve en Hermans. ‘T Hart zweeft daar een stuk onder, van Oostendorp ook, enzovoort enzovoort, een myriade van niveauverschilletjes.
Er bestaat een soort onbeschreven gedragsregel in Nederland dat je het over die lat niet mag hebben. Het doet weinig goed voor je gevoel voor nationalisme, en dat is in de padvinderij toch zo’n beetje waar het uiteindelijk om gaat.
Literatuur is een spelletje. Onderwijs echter niet.
Voor een echt schrijver zijn die waardes echter precies omgedraaid. Ik vind onderwijs het spelletje. Je doet alsof jeiets leert, je voldoet aan wat luie verwachtingen, je haalt een vinkje en zit de rest van je leven gebakken de bully uit te hangen naar arme jongens als Dera, die nauwelijks tot enige verdediging in staat zijn.
Aan die insteek hebben we ook de ‘experts’ te danken die volgens onze onderzoekjournalisten toch vooral bezig zijn met het vullen van de eigen zakken.
Niemand heeft me nog kunnen uitleggen hoe je met een middel dat 6 maanden werkt een vaccinatiegraad van 85% denkt te kunnen halen. Iedereen met enig verstand begrijpt dat dat onmogelijk is, en dat vaccineren tegen een verkoudheid gekkenwerk was, is en zal blijven. In India hebben ze 700 miljoen ongevaccineerden, maar ze doen het een stuk beter op het gebied van besmettingen, kijk maar:

het zal toch niet zijn dat dit weer zo’n padvinderspelletje is waar de leraartjes elkaar de les mee lezen?
Zelf zie ik liever een serieuze vorm van literatuurbedrijf. Och, dat boekje van Hermans valt in het niet bij mijn Piranha. Maar Kees ‘t Hart heeft het zo druk met het subtiel demonstreren dat de stoel waarop hij zit niet werkt dat hij niet eens tijd zou hebben dat boek ook te lezen.
Dit artikel is een commentaar op dit artikel
Toch ben ik blij dat Kees ‘t Hart bestaat, net zoals ik blij ben dat Marc van Oostendorp bestaat. Dat ze niet op niveau Gombrovicz de literatuur bedrijven weten ze denk ik zelf ook wel, maar dat verklaart de boosheid niet die ze voelen als je de term ‘middelmaat’ gebruikt. Het is gewoon te autistisch de werkelijkheid op die wijze te presenteren, zonder franjes of spelletjes of eufemismen, een kale glijbaan met groene zeep.
Dat is het vreemde, eigenlijk houden padvinders helemaal niet zo van de padvinderij. Het is een traumatische zelf-replicerende constructie, net zoals Sinterklaas zo’n constructie is: van een onfrisse, censurerende tiran een kindervriend maken, dat verzinnen alleen de Hollanders. Maar het is ook in al zijn rood-witheid simpelweg een symbolische vervanging van onze bekende paddenstoel. Ik ga weer met mijn boeken bezig, dus ik laat alle subtiele padvinderijspelletjes rondom de eigen superioriteit voorlopig aan elkaar over.