Als ik wil weten wie de vrije linkserds zijn, dan ga ik dat natuurlijk aan mijnheer pastoor vragen.
Wie is de beste, vrije linkserd, mijnheer pastoor?
‘Bij schrijvers en dichters merk je ook of iemand heeft nagedacht over wat hij of zij wil laten zien of beschrijven en hoe. Ook dan straalt de tekst zelfvertrouwen uit. En zo zijn de kunsten weer met elkaar verbonden. Het gaat allebei om het overbrengen van een gedachte. En om dat goed te doen moet je goed nadenken over het hoe.’
Wat is dat voor tekst? Een literaire tekst? Volgens invuloefening Tirade wel.
Over de literaire wereld kunnen we het dus kort houden. A rock and a hard place.
Amanita Muscaria – The Book of the Empress is het meest literaire werk dat in 2023 in Nederland is verschenen. Maar omdat mensen denken dat het een Engelstalige paddenstoelgids is verkoopt het alleen maar beter.
Om maar iets te noemen, er is geen boek te vinden op deze planeet met meer gedichten over paddenstoelen. Robbert Herrick is natuurlijk typisch weer zo’n dichter die enkel de kenner weet noemen – een lyrisch dichter die in dit boek gestalte krijgt.
Ondertussen is de bundel Poëzie om te Lezen in het Donker ook in het Spaans verschenen. Dat leek me toepasselijk, omdat de bundel grotendeels in Galicia is geschreven:

‘Er is een bundel te vinden in deze bundel’ is een wervende tekst die op al mijn vertaalde dichtbundels
zal komen staan. In het tijdperk van de psyborg is zo’n instructie een gouden greep.

Maar mijn boek valt tussen alle psyborg-begrijpelijke boeken volslagen uit de toon. De psyborg heeft behoefte aan ‘Zo doseer je Amanita Muscaria’ en dan moet het ook nog duidelijk zijn dat het over microdoseren gaat. Van wie is dat gekke boek dat zo uit de toon valt? Dat lijkt toch niet eens op een vliegenzwam!
De gebruiksaanwijzing als literatuur. Komen we toch weer in een kwaadaardig rondje terug bij Tirade.
Over een Tirade gesproken, ik bedacht gister dat deze performance van Laibach een soort georchestreerde Munch is:
Slavoj Žižek vindt ondertussen dat het optreden van Laibach in Noord Korea het belangrijkste kunstwerk is van de afgelopen vijftig jaar. Ik kan me daar wel in vinden. Die man hebben ze in de reguliere media
totaal afgeserveerd. Schijnbaar ontdekte een van de mediabaasjes toch nog bijtijds dat zijn boodschap niet echt bij het Biddenistische vrijheidsbeleid wist passen.
Ik bedacht me zojuist dat een merkwaardig verschil met de tachtiger jaren is dat de band destijds erg ‘barbaars’ overkwam, zo kan ik me heugen. En nu eigenlijk het diametraal tegenovergestelde, maar met precies hetzelfde fanatisme.