Mijn generatie en de echte nobelprijswinnaar, KRS-One

Ook als 50 plusser zie ik mijn generatie eigenlijk niet vertegenwoordigd worden in de media. Ik groeide op met bijna louter zwarte en gekleurde helden – wat was het alternatief? Vanilla Ice? Bitch, please. Nee, mijn helden waren de echte talenten: KRS One, Paris, Prince, Lee Perry. Drie van de vier werden buiten de mainstream gehouden en de superster worstelde zijn hele leven met de ‘slavernij’ die hem steeds maar werd opgedrongen en hij werd uiteindelijk door Big Pharma vermoord. Ja, ik zeg vermoord omdat die door kwaadaardige wetenschappers gedokterde opiaten zo verslavend zijn dat ze miljoenen Amerikanen over de kling hebben gejaagd ermee. Prince is vermoord, punt uit. En de rest werd gemarginaliseerd.

Briljante nieuwe plaat van KRS-One

Ook als dertiger en als veertiger moest ik op de media voornamelijk ‘helden’ van de Boomers aanschouwen, eindeloze documentaires over the Beatles en Bob Dylan. En onze Bob won er zelfs de Nobelprijs van de literatuur mee – wanneer gaat die eindelijk eens naar KRS-One?

Een Nobelprijs voor Kris, nu!

Nooit, dat kan ik je nu al verklappen. De witte oude mannen die nog steeds alle touwtjes in handen hebben selecteren graag jonge mensen om zich heen, en mensen met de juiste huidskleuren, zodat het net lijkt alsof alles heel inclusief en divers is en ze nog steeds gewoon de touwtjes in handen kunnen hebben, Maar ik wil helemaal niet wat random jonge mensen en wat huidkleurtjes zien. Ik wil de echte talenten! En zo’n sturende ouwe witte sok tussen de nepschrijvers, dat is toch enkel een deprimerend beeld ook voor de zwarte bevolking? Het doet denken aan zo’n witte missionaris op de foto vroeger, toen de goede herders ook al zo graag in Afrika stonden poseren.

Nee, dit gaat niet over echt talent en wie niet op echt talent weet selecteren geeft daarmee een deprimerende boodschap af: het gaat ons om jouw huidskleur. Neske, Piet en Babs in de Akademie voor Kunsten wegens enorme artistieke prestaties – waarom niet Piet Gerbrandy tussen KRS-One en Paris? Moeten de artistieke prestaties Nederlandse zijn? En welke zijn die prestaties dan, zonder oeuvre om op terug te vallen?

Nee, Piet selecteert graag zijn concurrenten. En dan blijkt voorts dat hij die niet heeft, huup huup barbatruc. De man gaf vorig jaar al aan met pensioen te gaan, maar hij blijft tot het sterfbed de boel aanstieren, een contaminatie tussen aansturen en verstieren.

Jos J. zou aan die contaminatie een hele polemiek wijden.

Goed, boomers en kleuters en meer smaken zijn er niet. Zelf kijk ik eigen uitsluitend nog BlackBx, een nieuw televisieachtig kanaal waar de wat kritischer geluiden aan bod komen, perfect is het allemaal niet en er gaan geluiden op over dat BlackBx ‘controlled opposition’ zou zijn – maar in de eenheidsworstsoep van de reguliere media is het in elk geval een plek waar je nog wel af en toe mensen met een echte mening kunt gaan bekijken.

Mijn generatie beschouw ik als verloren. Ik heb Piet Gerbrandy felicitaties gestuurd als The Best of the Rest. Ooit ga ik nog mijn zegel LSD op luide toon bij hem aan de deur terugeisen. Maar luistert u in deze tijden waarin de predator zijn stinkende best doet u te deprimeren toch vooral naar de echte nobelprijswinnaar, KRS-One.

Controlled opposition

Nee, een schoolvoorbeeld van ‘controlled opposition’ is Kees ‘t Hart, die nu echt door de mand viel als ‘Evi Aarens’ door eindeloos zijn beste vriend Arjen Duinker te gaan aanprijzen. En al heeft ‘t Hart natuurlijk wel gelijk, ik ken hem helaas als iemand die toch net wat te selectief gelijk weet hebben. En dat betekent: altijd ten faveure van de gevestigde orde. Want ik heb hem nooit gehoord over iemand als Goudeseune of Marc van der Holst of Ton van ‘t Hof (2). Altijd en alleen maar over zijn eigen kliekje. Als je het over ‘controlled opposition’ hebt is dit daarvan een schoolvoorbeeld. De reden dat mijnheer ‘t Hart Evi Aarens moet spelen is dat hij zelf een rol speelde bij het onderdrukken van alternatieven(1). En dat maakt het aangezicht van een oude schoolmeester die met een handpop de alternatieve kritiek moet spelen minstens net zo droefgeestig als het gebrek aan aandacht voor zijn beste vriend Arjen Duinker.

Ga toch eens met pensioen, schoolmeester ‘t Hart.

EEN EN TWEE) Want waarom anders je hele leven zwijgen over de echt kritische geluiden en de echte talenten? Jaja, ook over mij, schoolmeester ‘t Hart doet al zijn hele leven alsof ik niet besta. Goudeseune werd verdrukt, geen krimp van Kees, van der Holst moest weg, geen krimp…nee Kees, snel achter de geraniums en hopelijk tot nooit meer ziens.

De echte talenten van mijn generatie. Goudeseune moest sterven zonder ook maar op een enkel groot poëziefestival te hebben mogen staan, en dat gaat ook op voor van der Holst, voor van ‘t Hof, voor ondergetekende. Allemaal in de verdrukking, en dat is niet ondanks maar dankzij mensen als deze droevige schoolmeester die in werkelijkheid geen jota om poezie geeft en daar enkel zit om de alleenheerschappij van het schoolsysteem over de literatuur te bekrachtigen. Alfred Schaffer hoogleraar EN belangrijkste recensent EN adviseur EN prijswinnaar. Dat is lekker cashen voor Alfred, maar wie kan deze potpourri van zelfbedruipende leraren nog serieus nemen als autoriteiten?

U wilt literaire kritiek, mijnheer ‘t Hart? Nou, laat maar eens zien dan. Schrijf maar eens een uitgebreid stuk over waarom de verzamelde Schaffer bijna oneindig superieur is aan de verzamelde Benders. Want dat is het enige wat misschien de vertekening die we in de reguliere media en de festivals waarnemen kan vergoelijken. Maar u gaat dat niet doen, is het wel? Staat uw hoerapparaat eigenlijk nog aan, schoolmeester? Uw protegé Duinker kan ik als adviseur al niet meer serieus nemen sinds hij me liet weten dat Dylan Thomas geen dichter is. Scheelkijken is misschien ook een kunstvorm, soit, maar met enige glorie met pensioen gaan zou eerder de kunstvorm zijn waarop ik me zou concentreren. En daar bent u eigenlijk al vijftien jaar te laat mee, vandaar die lolbroekerij met een handpop.

En nog iets, meester ‘t Hart. Het was vroeger goed gebruik dat wanneer je met een pseudoniem werd ontmaskerd je dat wel even kenbaar zou maken, en datzelfde gaat op voor wanneer iemand een verkeerd gokje waagt. Doe je dat niet en ga je gewoon door met deze handpop, dan is er geen sprake van een literair spel maar van een nogal goedkope en demente marketing truc. We gaan dus denk ik niets meer van u horen – bezien dat Duinker altijd al uw enige kaart is geweest liet u nog even zien dat u een hele trouwe vriend was. En het is fijn te weten dat zulke trouwe vrienden nog bestaan, al zijn ze dan waardeloze critici en godbetert dat Mr Lunchenmaar erachter steekt, dan kunnen we inderdaad nog jarenlang allerlei belabberde sonnettenkransen tegemoet zien. Maar dat denk ik niet, want deze oorlog is al deprimerend genoeg, dat moet zelfs u het met me eens zijn.

Martijn Benders has published twenty-six books, eighteen of which are in Dutch. He has been named one of the greatest talents of his time by critics like Komrij and Gerbrandy. He has also written three philosophical works, one of which is in English about the Amanita Muscaria, the Fly Agaric. Publishing on the international stage of The Philosophical Salon, he has also gained international recognition as one of the most remarkable thinkers from the Netherlands.