Nog een zinloos briefje aan Pieter Klok

Nog een zinloos briefje aan Pieter Klok

Wat vooraf ging: in mijn vorige zinloze brief (ik noem ze zinloos omdat dat in de huidige protofascistische anti-intellectuele structuur de lading beter dekt dan ‘open brief’) – in mijn vorige brief had ik het erover dat Rutte geen excuses zal gaan maken voor 50 jaar Kijkcijferslavernij.

Beste Pieter,

De vorige brief werd gretig gelezen – kijkcijfers! Over dat Slavendrijver van den Nieuwkerk toch echt jullie boekenexpert was, etc, ik denk dat je het nog wel weet hoewel ik hem al een paar dagen geleden schreef. Gister schreef ik over Adriaan de Enige, en hoe zijn immense populariteit uiteindelijk resulteerde in een eredoctoraat aan de O-zo-bekende Radboud Universiteit te Nijmegen, waar men via De Pokdalige een ruilhandeltje pleegde met de Volkskrant: wij een eredoctoraat, jullie een columpje voor Jeroen Dera. En zo geschiedde. Ik moet echter bekennen dat ik van die ‘columpjes’ er geen enkele heb gelezen. Ik denk eigenlijk dat u zelf er ook nog geen enkele van las – de inhoud is simpelweg veel te voorspelbaar: pseudolinkse overheidsbanding uit de Grote Slavendrijverstal. Jeroen Dera zit al een jaar of zes in elke denkbare literaire jury*, zo belangrijk is de man. Maar dat hij belangrijk is betekent nog niet dat wij hem moeten lezen, gelukkig maar.

Nee, ik wil het eigenlijk over iets anders hebben met je. Jullie hebben, zo kwam mij ter ore, een nieuwe recensent voor poëzie. Na het Wilma-debacle Lunchman en ‘boekenkenner Matthijs’ de derde keuze op rij waar misschien föhntechnisch wat op aan te merken is, tenminste, ik kende de goede man niet en meen toch al enige tijd rond te waren in de literatuur, en toen ik zijn naam googelde die ik alweer vergeten ben spatte het golfslagbad en de Grote Föhnigheid van mijn beeldscherm. Pieter, weet je wat ik dacht? ‘Covfefe’, dat dacht ik, weer een ultiem staaltje Covfefe.

Nu lees ik jullie krant toch nooit, dus ik ben de doelgroep niet. Ik ga dat ook niet doen, zelfs al zou je alles helemaal omgooien en zou het intellectualisme voortaan van de hele krant spatten. Dat vind je ongetwijfeld verschrikkelijk oneerlijk van me. Ik weet niet of dat ook echt het geval is – bij mij werkt het gewoon zo: ga je over een bepaalde grens (bijvoorbeeld: de vrouw van de hoofdredacteur mag de voornaamste column schrijven) dan kan ik je als entiteit eeuwig niet meer serieus nemen.

Grensoverschrijdend, dus.

Maar hoewel ik dus nooit een klant ga worden kan ik wel de volgende Föhnöcalypse voorspellen, zodat u het in al uw almachtige covfefeheid alvast weer onder het tapijt kunt schuiven.

Dat heb ik dus al gedaan. Het staat ergens in deze brief. Spannend he, zo’n intelligentiepuzzel? Misschien is het een leuke hint voor u dat ik, gerenommeerd dichter, mijn bundels allang niet meer naar de Volkskrant stuur, en dat ik steeds meer schrijvers en dichters ken die dat ook nalaten. Natuurlijk, u mag in uw vuistje lachen dat wij überhaupt ooit zo dom waren om toch nog te hopen dat het ooit nog goed zou komen met de ‘literaire kritiek’. Op dat lachje heeft u recht, ik gun het u bij deze van harte, ik denk echter om eerlijk te zijn dat dat specifieke lachje in wel erg herhalende en opslokkende vorm gaat wederkeren.

Met vriendelijke groet, uw toegenegen letterenvriend: Martinus Benders

*Hij benoemt weliswaar zichzelf omdat hij ook altijd in het bestuur zit, maar dat is
Nos apud Cultus-Anser titillationem Cultus-Anser!

Gut, dat was voor mijn doen een toch betrekkelijk kort briefje. Weet je wat, ik plak er nog eentje achteraan. Ditmaal gaan we Ex-Maagdenhuisbezetter en NRC hoofdredacteur René Moerland een prangende kwestie voorleggen.

Waarde René,

Hierboven staat een zinloos briefje dat ik naar je ‘collega’ Pieter Klok stuurde. NRC heeft minder last van de Föhnöcalypse en dat kunnen we misschien op jouw conto schrijven, toch ooit iemand geweest die in de revolutie geloofde. En toen dus recentelijk jullie nieuwe boekenbaas Peter de Bruijn na 300 jaar ‘klassiekerig met sonnetten’ op de Grote Leidensweg van El Michiel de Ruyterkloon van Pillefaria ook wel bekend onder zijn Suske-en-Wiskenaam Ilja Pfeijffer – ik ben meteen gaan checken waar jullie gestudeerd hebben.

Dat ik in een andere tijdzone leef komt soms plots bovendrijven, bijvoorbeeld dat dit maar vijf jaar ‘prachtige sonnetten’ waren, het leken wel 500 jaren, mijn hemel, 5 jaar, dat is godsonmogelijk de waarheid. Deze ‘prachtige sonnetten’ zijn vanaf het moment dat Ulleke P zich in de ballenseucieteit in Leiden al ULLEKE Pénd liet ontgroenen door zich in de mond te laten PLAHAHA door wat ‘LEIDING’-GEVENDEN – dat was VIJF jaar geleden? En dat grote pielemisch oorlogje met Driek van Wissen? Mijn god, deze Veundel-Vleghel vondelde al rond toen de Veloptosaurus nog in het bruine italofascistische eitje zat.

Hij bloemleesde liefst zeven gedichten van me in de Grote Pfeijffer, mijnheer Moerland, dus aan ressentiment is mijn vreemde houding niet toe te schrijven. Maar aan wat wel? Misschien is het toe te schrijven aan het ideetje dat ik nog een heel grensoverschrijdend boek herinner waarin de man die deze Grote Schrijver Klucht met zoveel leidingnemendheid wist in te vullen. Je zou maar…door Timmerfrans…brrrr ik huiver bij het idee. En dan de expat spelen en gewoon je appartementje in Leiden aanhouden. Maar nu dan, een andere wind? Onder leiding van een filmredacteur die plots Hoofd Boeken moet gaan spelen? De man heeft een goed journaallezerhoofd. Mijn ervaring is dat mensen met een goed journaallezerhoofd op termijn neigen boekenprogramma’s te gaan presenteren.

Uw krant had ook een dictator in het verleden, u weet over wie ik het heb. Een ijdel sadistje dat erg graag aanschoof bij Matthijs.

En dan nu een filmredacteur op boeken. Spannend! Ik verwacht bij jullie niet direct een Föhnöcalypse. Wel denk ik dat over een jaar uw geliefde redacteur ergens een tergend saai boekenprogramma zit te presenteren.

Met vriendelijke groet, uw grote cancelvriend – Martinus Benders

Nobelpreis für Deutschland

Treffpunkt feiner Geiste

M.H.H. Benders ist ein anerkannter Dichter seiner Generation, ein Schüler der universellen Myzelien, Amanita Sage und Mykophilosoph. Er hat siebenundzwanzig Bücher geschrieben, die letzten in der Kaneelfabriek.

Momentan arbeitet er an dem zweiten Band der SHHHHHHROOM-Reihe, Bücher über Pilze, und der Microdose Bible, einem Aktivierungsplan zur Wiederherstellung Ihrer wahren Identität, der nächstes Jahr erscheinen soll. Bleiben Sie dran!

Aber das Große Ziel von Benders ist es, in Deutschland Erfolg zu haben. Er hat die Dynamik und Vielfalt der deutschen literarischen Szene erkannt und ist bereit, sich darauf einzulassen und seinen Beitrag zu leisten. Mit seinem einzigartigen literarischen Stil und seiner unermüdlichen Arbeitsmoral ist er entschlossen, ein neues Kapitel in der deutschen Literaturgeschichte zu schreiben.

Bücher

“Amanita Muscaria – The Book of the Empress” is an exceptional work that establishes a benchmark in the realm of mycophilosophy. While one could perhaps categorize the book within the domain of Art History, such a classification would fail to do justice to its true essence. Primarily, this captivating text explores the evolution of humankind, making it a standout in its field.

Amanita Muscaria – The Book of the Empress – De Kaneelfabriek, 2023

“‘Waarover de Piranha droomt in de Limonadesloot’ stands as a philosophical exploration into the human faculty of imagination. It probes the intriguing notion that imagination, rather than offering solutions to our problems, might in fact be their origin. This thought-provoking work is set to be available in English and German by the close of 2023.

Facebook
Twitter
LinkedIn