Geachte heer Jurgens,
Wanneer je Nederlanders aan de vliegenzwam herinnert denken ze zonder pardon bijna altijd aan de Efteling, waar immers ook de vliegenzwam een prominente rol krijgt in het sprookjesbos.

In mijn boek analyseer ik veel van die sprookjes, en laat ik zien hoe deze sprookjes gebaseerd werden op oude rituelen rond het gebruik van deze vliegenzwam.
Weinig mensen weten echter dat de Efteling onder controle staat van de kerk:
Door een stukje van hun directe zeggenschap prijs te geven, toonden de kerkbesturen duidelijk oog voor de groei en de belangen van de Efteling. Ze bleven uiteraard via hun afgevaardigden volledig op de hoogte. Ook het voltallige stichtingsbestuur koppelt jaarlijks terug naar kerkbesturen tijdens de informatiedag. Als we met het park kanten op willen die strijdig zijn met de statuten zullen we ze ongetwijfeld horen. Maar dat is nog nooit gebeurd. We blijven gewoon een toeristenmeneer.
Een stichting is eigenaar van de Efteling, en niet helemaal duidelijk is wat ‘een stukje van hun directe zeggenschap prijs geven’ in deze context precies betekent. Wat wel duidelijk is is dat elk jaar verslag wordt gedaan aan diverse kerkbesturen rond het reilen en zeilen van de Efteling.
Ik denk dus niet dat mijn heidense boek er enige kans maakt. Helaas moeten de kindertjes het doen met de commercie en de kerkbesturen die achter de schermen meekijken.
Dat representatie in Nederland geen seculiere basis heeft mag algemeen bekend heten – echter weinig mensen weten over de katholieke kerkkrachten achter de Efteling, en hoe deze een rol hebben gespeeld bij het demoniseren van onze collectieve geschiedenis.
Mijn zus Mieke die juli j.l stierf was een groot fan van de Efteling. Ze had zelfs een jaarkaart, en was er zeker tweemaal per maand de hele dag te vinden.
Mijnheer Jurgens – u kunt het uit de toon van mijn brief al opmaken: ik verwacht niet dat de Eftelingwinkel enige interesse zal hebben mijn magische boek over deze prachtige paddenstoel ook daadwerkelijk te gaan verkopen.
U zult zeggen: maar mijnheer Benders toch, dat komt uit vervlogen tijden, uit een duister verleden waar wij verlichte modernen enkel nog de kindertjes mee willen plezieren, en voor hen is dit boek veel te moeilijk.
Weet u, mijnheer Jurgens: u heeft volledig gelijk. En ik zou ook niet in uw schoenen willen staan als u volgend jaar tegen de verzamelde kerkbesturen moet gaan uitleggen dat ‘roodkapje’ een sprookje is die dezelfde oorsprong heeft als het sprookje over Here Jezus, en dat ze niet voor niets ‘roodkapje’ heet en het sprookje ook niet voor niets net als dat van Jezus over een heropstanding gaat.
Ik zou u dus hoogstens eens willen uitnodigen het boek eens te lezen, gewoon om eens uit te diepen wat daar nu eigenlijk gebeurt in dat prachtige park vlakbij Kaatsheuvel.
Ik wil u daarnaast feliciteren met uw kundige bedrijfsleiding: niemand twijfelt eraan dat het een hele onderneming is om zo’n groot festijn op zo’n kundige wijze leiding te geven.
Met vriendelijke groet,
Martijn Benders – Dichter en Filosoof.