Een aantal jaren geleden schreef ik op mijn kritiekpagina dat ik op zou houden met het verzamelen van kritieken na Nachtefteling.
Waarom? Nou, omdat het in mijn beleving dystopisch is om eeuwig goede recensies te moeten scoren zonder dat dit een weerslag heeft in de media.
Dat is op zichzelf al een fascistische structuur: de schrijver die zich eeuwig moet bewijzen, en terwijl hij die eeuwigheid verbrengt wordt doodgezwegen door de media.
Mijn uitgever bleef echter mijn boeken naar recensiesites sturen, eigenlijk uit gewoonte. Dat is dan eigenlijk inconsequent: waarom nog recensies, ik heb al alle recensies die ik nodig heb om me niet meer te hoeven bewijzen.
Vervolgens duikt de conservatief-christelijke orde op de gelegenheid en zo is het plaatje rond. Schrijvers die zich eeuwig moeten bewijzen, de have-nots, en de Schrijvers die na 1 dun bundeltje al bewezen zijn, de haves.
Wie nu denkt, ah, maar zo gaat dat nu eenmaal bij talent – nee, het spijt me, maar zo’n pagina als mijn kritiekpagina kan een ongetalenteerde niet laten zien. En bekijken we de kritieken die de ‘haves’ weten scoren dan blijken die doorgaans juist negatief. Er is dus iets anders gaande. We hoeven daar niet onnodig mysterieus over te doen:
De literaire wereld is in handen van een conservatief-religieuze kliek die de boel zo manipuleren dat alles blijft zoals het is.
De paganistische anarcho-psychedelicus wordt dus naar de zijlijn gedelegeerd, en weggelaten uit de canon vol brave christelijke schrijvertjes. Dat is wat er gaande is, en mysterieus is dat helaas helemaal niet.
Door de structuraliteit van deze opzet – het is al sinds de 17e eeuw zo, geloof ik, zie ik er geen brood in mijn bundels nog langer aan deze orde op te sturen. En zoals ik al zei, ik heb al genoeg besprekingen gehad. Waarom zou ik eindeloos positieve besprekingen moeten scoren? Voor wie doe je dat?
Nee, geef die besprekingen maar aan jonge mensen, die kun je er blij mee maken. Mij kun je enkel blij maken met een lezer die laat weten dankzij mijn gedichten te begrijpen wat nu eigenlijk poëzie is of zou moeten zijn. Die hele recensie-machine vol psyborgs die hun begrijpend lezen skill willen oefenen zal mij hoogstens weten irriteren, want echte critici zijn inmiddels uitgestorven.

Bijschrift: het zoveelste poppetje valt door de mand