Gister schreef ik een Geheime Brief aan Frank Boeijen, omdat er een bepaalde heugleraar weer eens stond te schelden op een blaadje waar men deze figuur graag de ruimte geeft.
Daarna hoorde ik een podcast waarin deze heugleraar werd vergeleken met – was het Koos Postema? Iets van de AVRO, in elk geval. Van Willigenburg en Breukers waren het eens – dit is een rare figuur die het veld op rent en zelf mee begint te voetballen, en dan ook nog eens constant naast de goal schiet want hij kan er helemaal niets van.
Goed, ik lees tegelijk ook dat Marc van Oostendorp, die van deze man eindelijk zijn erkende baantje kreeg per definitie postjes die ik in zou sturen naar Neerlandistiek niet zou lezen en zou wissen omdat ze ‘irrelevant’ zouden zijn. Dat is toch knap, reacties schrijven die per definitie irrelevant zijn. Daar zou ik al een medaille voor verdiend moeten hebben.
Wat is er eigenlijk loos met deze kerel? Hij was toch helemaal op je hand, Benders? Hij stond toch bij je bundel Ginneninne nog gloeiend op de kansel te oreren over het belang van jouw dichterschap? De toon was daar toch ‘wat vreemd dat niemand dit weet op te merken’?
Ik zal je het echte verhaal vertellen. Van Oostendorp had me tot twee keer toe verzocht hem opnieuw de bundel toe te sturen met nog een keer een zegel LSD erbij. De eerste bundel was namelijk bij het Meertens Instituut beland en hij kon volgens de coronaregels…blabla. Dus ik heb hem nog een keer een bundel met nog een zegel erin gestuurd.
Maanden later bleek dat hij die zegels gewoon niet had gebruikt. Waarom iemand dan specifiek verzoekt mij met het risico te belasten ze op te sturen is mij een raadsel, maar omdat het een kerstbundel was zag ik dat de poort aan het sluiten was, de kerstpoort, en dat was toevallig precies op het moment dat Marc van Oostendorp zijn gloeiende recensie zat te tiepen, die ik vervolgens, omdat de poort was gesloten, niet heb gelezen, in de beste Tolteken traditie van not-doing.
Na 5 maanden las ik dan uiteindelijk de recensie wel. Ik zag dat hier een man heel vreemd stond te doen.
Hij zit in een gang met 2 collega’s die een bloedhekel aan me hebben en hij doet net alsof de censuur die
deze mannetjes over mijn werk draperen een soort mysterie is. Dat klopt natuurlijk niet, dat maakt de hele constructie een good cop – bad cop routine.
En sinds ik dat aanstipte zijn plots al mijn meningen per definitie irrelevant.
Ik heb wel vaker vreemde zaken opgemerkt rond deze persoon. Zo deed hij alsof hij elk jaar bij de KANTL vergadering over de nominaties voor de nobelprijs zit en die ging volgens hem zo:
‘Item 8. Nobelprijs. Dit jaar weer Nooteboom?’
‘Ja. Ja. Ja. Ja. Ja.’
‘Item 9’
Toen ik daarop geschokt tegenwierp dat dit toch echt verschrikkelijk banaal is kwam er een korte tirade over dat die Nobelprijs niet serieus te nemen is.
Een paar jaar later staat hij plots online te oreren over de geweldige poëzie van Nooteboom.
Een man dus met een heel dubbel gezicht. En dan denk ik, tja, misschien is alles wat ik zeg per definitie
irrelevant, maar ik zou toch liever mensen zien die die Nobelprijs wel als een serieuze aangelegenheid voor schrijvers zien.
Overigens, aangaande die LSD – is het niet bijzonder dat voor de kleinburger het gebruiken van je volledige herseninhoud bekend staat als ‘hallucineren’?
Martijn Benders, 20-02-2023