(Een kleine kanttekening: ik schrijf mijn boek direct in het Engels en onderstaande is een semi-automatische vertaling, dus een goed lezer leest erin terug dat de tekst eigenlijk een Engelse tekst was. Ik heb momenteel de tijd niet om dit goed in perfect Nederlands te herschrijven, dus het dient maar ter illustratie van het soort informatie die u in mijn nieuwe boek zult aantreffen.)
In de woelige en dikwijls gewelddadige twintigste eeuw werd de wereld beroerd door een reeks beangstigende kwalen – niet van biologische, doch van ideologische aard. Deze “ismen” – communisme, fascisme, kapitalisme – verspreidden zich als een virus, naties en individuen besmettend met hun venijnige dogma’s. Maar, terugblikkend op die roerige eeuw, rijst de vraag: hebben wij een vergissing begaan in onze benadering van deze ideologieën? Hebben wij verzuimd de mechanistische en nihilistische aspecten, die aan alle ten grondslag lagen, te herkennen en behandelden wij ze als louter verschillende stelsels van denkbeelden?
Bij nadere beschouwing schijnt elke vurige aanhanger van een dezer ‘ismen’ waanzinnig. Desondanks rangschikken wij het niet als een ‘mentale kwaal’, maar als een ‘ideologie’, waardoor het klinkt alsof er degelijke filosofie en redenering achter schuilgaan, hetgeen reeds het verst van de waarheid is dat men kan geraken.
Het gevaar van ideologische blindheid
In terugblik is het klip en klaar dat de ideologische kwalen van de twintigste eeuw een zware tol eisten van de mensheid. Het vurige vastklampen aan deze “ismen” verblindde velen voor het leed en de verwoesting die zij teweeg brachten. In onze ijver om een bepaald wereldbeeld aan te hangen, erkenden wij de mogelijke gevaren van dogmatisch denken niet. Zijn we te lankmoedig geweest jegens deze ideologieën, hen behandelend als onschadelijk intellectueel vertier, in plaats van de verraderlijke mentale ziektes waar zij eigenlijk meer van weg hebben?
De schijn van rationaliteit
Het is enigszins ironisch dat wij de term “ideologie” schenken aan deze destructieve geloofsstelsels, hetgeen suggereert dat zij een graad van filosofische gestrengheid en samenhang bezitten die zij wellicht niet oprecht bezitten. Deze taalkeuze verleent een waas van respectabiliteit en redelijkheid aan de onderliggende dogma’s, terwijl zij feitelijk vaak het tegendeel van rationeel denken vertegenwoordigen.
In onze pogingen om deze bewegingen te categoriseren en te doorgronden, verlenen wij hen onbedoeld geloofwaardigheid, terwijl wij de irrationaliteit en hartstochtelijke geestdrift die hen werkelijk voortstuwen negeren.
De noodzaak van een verfijnde beschouwing
Wellicht is het tijd dat wij onze benadering van ideologieën herzien. Door te erkennen dat deze geloofssystemen als mentale ziektes kunnen fungeren, kunnen wij hun impact op zowel individuen als samenlevingen met een scherper oog beoordelen. Zodoende kunnen wij een dieper inzicht verkrijgen in het belang van het bevragen van dogma’s, het koesteren van ruimdenkendheid en het omarmen van de complexiteit der menselijke ervaring. Terwijl wij voorwaarts gaan, dienen wij de lessen van de twintigste eeuw niet te veronachtzamen en te streven naar een wereld waarin ideeën worden verkend en betwist, in plaats van blindelings aanvaard en opgelegd.
Racisme als hersenziekte
Waarom wordt racisme niet als een mentale ziekte geclassificeerd, of enig ander destructief gedrag dat bijdraagt aan de transformatie van onze planeet tot een onleefbare dystopie? De voornaamste reden voor dit classificatiedilemma ligt in het feit dat racisme het zelfbesef van het individu dat dergelijke opvattingen koestert, niet lijkt te ontwrichten.
In essentie past racisme, daar het het zelfbesef niet schijnt te verstoren, maar eerder de bredere wereld treft, niet geheel in de criteria voor een mentale kwaal. Vanuit deze redenering wordt duidelijk dat de hedendaagse geestelijke gezondheidszorg slechts geneigd is een aandoening als een geestelijk gezondheidsprobleem te classificeren indien het zelfbesef van het individu ontregelt, met andere woorden: iets is pas een mentale ziekte indien het een gevolg is van onrust veroorzaakt door een evaluatiesysteem, gebrekkig of niet.
Groene kaasmensen
Denk aan iemand die bijvoorbeeld gelooft dat de wereld bevolkt is door groene kaasmensen en dat hij zelf van groene kaas vervaardigd is. In een dergelijk scenario zou het evaluatiesysteem van het individu vermoedelijk alarm slaan, duidend op een tekortkoming in hun waarnemingen. De geestelijke gezondheidszorg, zoals wij die in de twintigste eeuw zijn gaan kennen, zou de onrust die dit (gebrekkige) evaluatiesysteem veroorzaakt als een ernstig probleem zien, maar de observaties op zichzelf niet. Zie daar de reden dat een ‘ideoloog’ niet als een gek wordt behandeld, maar iemand die vraagtekens heeft bij de eigen identiteit wel.
Terwijl wij ons inspannen de complexiteit van menselijk gedrag te doorgronden en te adresseren, is wellicht genuanceerd begrip van de relatie tussen individuele overtuigingen en maatschappelijke impact geboden. Dit kan onder meer door het heroverwegen van de criteria voor het classificeren van mentale kwalen en het overdenken van de ruimere implicaties van schijnbaar onschuldige, doch schadelijke overtuigingen.
Woke-sekte nieuwe vorm van deze hersenziekte
Wie denkt, maar alle ideologieën liggen toch reeds lange achter ons, wij zijn een verlicht volk geworden: och en wee. Je hoeft maar even met je ogen te knipperen om mensen te zien die het stoken van oorlog in dienst van de oorlogshavik Biden pogen verkopen als een soort idealisme, terwijl het echt wakkere mensen al duidelijk was dat het oorlog zou gaan worden toen die pop van de oorlogsindustrie de verkiezingen wegkaapte van de echtere linkse flank, Bernie.
Hersenloos achter Biden aanlopen is uiteraard de antipool van de eerder vernoemde openheid.
Hersenloos achter Biden aanlopen en jezelf dan ook nog als links betitelen vind ik persoonlijk al helemaal problematisch. De Woke-Sekte die vanuit psychiatrisch Amerika ontstond en de psyborg nog wat leuke extra banding moet verstrekken om zijn lege leventje mee te vullen – de identiteit als supermarkt.
Kortom, we zijn allang weer terug bij af, of we zijn eigenlijk nooit goed uit de startblokken weten komen. En dat komt doordat we de ideologie niet als een hersenziekte zien, maar de gevolgen van die misselijke ideologieën wel. Word jij niet goed van de wereld die het kapitalisme of het communisme schiep? Dan heb je een hersenziekte. Hier, een pilletje, nu nog even een kleurig dekentje kiezen (je nieuwe identiteit) om je onnozele bestaan mee toe te dekken.
Martijn Benders, uit: Amanita Muscaria: The Book of the Empress.